4 Netwerken met Linux

  • Mogelijkheden

    • Een machine die stand-alone werkt wordt vandaag de dag meer uitzondering dan regel. Linux ondersteunt in eerste instantie het TCP/IP protocol, zeg maar het basisprotocol van Internet. In een internet of unix omgeving is TCP/IP alleen meestal voldoende.

       

    • Linux als server in een intranet inzetten, is een vrij eenvoudige onderneming. Ook als internetserver is Linux op dezelfde wijze inzetbaar. De meeste Linux distributies hebben de mogelijkheid een web- en ftp-server te installeren. Het enige wat de gebruiker dan hoeft te doen is de te publiceren webpagina's op de juiste plaats zetten en de ftp-bare bestanden in de ftp directory plaatsen.

       

    • Een veel gebruikte toepassing van Linux is serversysteem in een windows omgeving. Deze toepassing maakt gebruik van software met de naam samba. Met samba wordt het door windows gehanteerde smb protocol geimplementeerd. Een Linux machine kan dan netwerk shares aan window systemen beschikbaar stellen. Ook remote printing is mogelijk. Een samba-machine draait de achtergrondprogramma's smbd en nmbd.

       

    • Als derde netwerktoepassing noem ik nog de Linux-router. Een Linuxmachine is als doorgeefmachine tussen twee netwerken te plaatsen. Een typische toepassing is een Linux-router die als koppeling naar internet fungeert. Deze router koppelt dan een heel netwerk aan internet. Met de juiste configuratie is deze router als firewall in te stellen.

      Een ander mogelijkheid is de werking als masquerading router. Vanaf internet is alleen het IP-nummer van de router zichtbaar. De machines achter de router hebben een voor de rest van de wereld onzichtbaar IP-nummer (vaak een reeks uit een speciaal voor deze toepassing gereserveerde set van IP-nummers). De router doet naar buiten toe of alle communicatie van het locale net van de router zelf afkomstig is, maar onthoudt intern het oorspronkelijke lokale adres. Komt er een antwoord vanaf internet (dat gericht is aan de router) dan geeft de router dat weer door aan de juiste lokale machine. Veel complete routers voor thuis zijn gebaseerd op Linux. Voor sommige modellen kun je op het web allerlei hacks vinden om de mogelijkheden uit te breiden.

       

  • Eenvoudige commando's

    We bekijken een paar eenvoudige commando's waarmee de instelling en werking van het netwerk op een eenvoudige en systematische wijze te controleren is. Onderzoek de werking van onderstaande commando's door ze uit te proberen. De syntax kan je achterhalen via het man commando.

     

    • hostname
      Wat is de naam ook alweer van mijn host?

       

    • ifconfig (of /sbin/ifconfig)
      Met ifconfig is te onderzoeken welke netwerk interfaces beschikbaar zijn en hoe ze geconfigureerd zijn. Je kunt onder meer vinden welk ip-nummer gekoppeld is aan je interface. Bij een werkstation ziet men dan meestal de local loopback (lo) en een ethernet kaart (eth0). Met ditzelfde commando is een netwerk device (zoals dus eth0) ook te configureren als je als root bent ingelogd.

       

    • ping
      Dit commando wordt gebruikt in combinatie met een ip-nummer of een naam van een host op internet (of het locale intranet). De host ontvangt een datapakket en stuurt dit weer terug. De turn-around time wordt opgemeten en weergegeven. Het proces stop je met Ctrl-C.

       

    • nslookup
      Nslookup stelt je in staat de werking van de domain name service te testen. De naam van een host op internet wordt aan nslookup meegegeven en de nameserver geeft het bijbehorende IP-adres.

       

    • netstat
      Met diverse vlaggen is de werking van het netwerk te onderzoeken. Onderzoek met het man-commando de mogelijkheden van netstat.

       

    • traceroute of /usr/sbin/traceroute
      Met traceroute kan je het traject volgen dat een ip-pakketje moet afleggen op zijn weg van de bron naar de bestemming. Eventuele netwerkproblemen buiten je eigen lokale net kunnen daarmee opgespoord worden.

       

    • wget
      Dit is eigenlijk geen testcommando, maar een tool om bestanden van een webserver te plukken. In de film the social network zie je hoe Mark Zuckerberg dit commando gebruikt om de foto's van studenten van een website te downloaden.

 

Wat heb je geleerd?

  • De volgende commando's: hostname, ifconfig, ping, nslookup, netstat, traceroute, wget.
  • Je kunt de betekenis van de verschillende opties van de commando's achterhalen m.b.v. het man commando.
  • Je kunt achterhalen hoe de host heet waarop je werkt en wat zijn ip-nummer en ip-naam is en in welk soort subnet de host zich bevindt.
  • Je kunt controleren of er verbinding is met het internet.
  • Je kunt basisinformatie inwinnen over de routering en snelheid van je internetverbinding.

 

Opdrachten thema 4

  1. Wat is het ip-nummer van www.xs4all.nl?
  2. Hoe lang doet een ip pakketje er gemiddeld over om heen en terug te gaan naar deze web server (www.xs4all.nl)?
  3. Welke route volgen de ip pakketjes naar www.xs4all.nl?
  4. Beantwoord bovenstaande 3 vragen ook voor www.whitehouse.gov.
  5. Wat leert het netstat -r commando je over de host, waarop je dit commando uitvoert?
  6. Als je thuis linux hebt geinstalleerd op je PC en je hebt ook netjes de toegang tot het internet geconfigureerd (denk je) maar helaas het werkt niet. Welke commando's geef je dan achtereenvolgens om uit te vinden waar de mogelijke fouten kunnen zitten?

 

Aangemaakt 28 november 1999
Laatst bijgewerkt januari 2016