Overzicht leerstof H6COS2

• CE Computersystemen en embedded systemen
• CN Computersystemen en -netwerken
• TN Gestructureerde computer organisatie (Tanenbaum)
• HO Handout

Blok 3

• Week 1: Syteem performance van single CPU systemen. cache technologie (CE 12.1 of CN 10.1)
• Week 2: Cache technologie, Memory management (CE12.1 CE 13.9 of CN 10.1 CN 11.9)
• Week 3: Pilelining, superscalaire architectuur, classificatie van Flynn, multiprocessors, multicomputers, RISC performance (CE 12.2 12.3 12.4 of CN 10.2 10.3 10.4)
• Week 4: Disk perfomance RAID, SAN, NAS. Multiprocessor architectuur, UMA, NUMA
• Week 5: docent afwezig
• Week 6: parallelisme
• Week 7: clusters

Blok 4

• Week 1: ADC DAC
• Week 2: DSP
• Week 3: DSP
• Week 4: device drivers
• Week 5: device drivers
• Week 6: device drivers
• Week 7: uitloop, oefentoets, vragenuurtje

Handout

Oefentoets H6COS2 deeltijd

1. Noem een voordeel en een nadeel van SAN ten opzichte van NAS.
2. Wat is het verschil tussen UMA en NUMA
3. Wat is het verschil tussen een multiprocessor en een multicomputer
4. Wat verstaat men bij een cluster onder heartbeat
5. Beschrijf globaal wat een FFT doet.
6. Waarom past men bij CD's een sampleferquentie van 44KHz toe?
7. Wat is de functie van een smooth-filter en een anti-alias filter?
8. Waarom heeft men bij het gebruik van speciale I/O-space meestal een stukje assembler nodig
9. Een I/O poort is memory mapped en bestaat uit twee adressen van een byte groot. Het begingeheugenadres is 0x12345678. Op dit adres bevindt zich het commandoregister op het volgende adres is het dataregister. Geef een beschrijving van de C struct die hier van toepassing is. Geef de declaratie van een pointer die wijst naar deze struct Geef een C-statement die deze pointer de juiste waarde geeft. Geef een C-statement die 0x33 aan het commandoregister toekent.