Oplossingen van de opgaven van hoofdstuk 14
- In een videorecorder zal men meestal een microcontroller als besturing
toepassen.
- Overeenkomsten PLC en besturingscomputer:
- De opbouw komt globaal overeen. We hebben een CPU met geheugen en I/O.
- Een PLC en een besturingscomputer beschikken meestal over I/O modulen
(zowel analoog als digitaal), waarmee direct apparatuur aangestuurd kan worden.
- Beide systemen zijn programmeerbaar.
Verschillen PLC en besturingscomputer:
- Een besturingscomputer maakt gebruik van een (meestal real-time) operating
system. Een PLC beschik over een eigen besturingssysteem, dat nogal afwijkt van
een conventioneel operating system.
- Een besturingscomputer kan met behulp van diverse universele
programmeertalen geprogrammeerd worden.
Een PLC heeft ofwel zijn eigen programmeermethode of maakt gebruik van
de methodes zoals die zijn vastgelegd in de IEC-1131-3 norm.
- Een besturingscomputer kan meestal ook programma's uitvoeren die niet direct
voor besturingen geschreven zijn (spreadsheets, email etc.)
- Een besturingscomputer is meestal met een LAN te koppelen. Bij PLC's treft
men eerder een veldbus koppeling aan.
- Een DCS is een systeem waarmee complexe meet en regelsituaties zoals die zich voordoen in de procesindustrie kunnen worden gerealiseerd. Een DCS kan meestal ook specifieke onderdelen van systemen in beeld brengen en monitoren.
- Een dergelijk liftje heeft vier toestanden. Boven (1), beneden (3), naar boven (4), naar beneden (2).
Naast de twee knoppen voor de bediening (het oproepen van het liftje) zijn er ook schakelaars die gekoppeld zijn aan het deurtje en de positie van de lift (boven of beneden).
In toestand 1 is de lift boven en de actie is ontgrendel deur en geef kort belsignaal. De deur kan open en als de deur weer gesloten is kan de lift worden weggestuurd of opgeroepen met een van de twee drukknoppen. In toestand 2 is de lift op weg naar beneden. In toestand 3 is de lift beneden aangekomen, zal een kort belsignaal geven en de deur ontgrendelen. Verder is deze situatie identiek aan toestand 1. Na het weer sluiten van de deur kan de lift weer naar boven gestuurd of geroepen worden.