Oplossingen van de opgaven van hoofdstuk 17
- Windows NT is een operating system van Microsoft. Het is geen ontwikkeling
van de windows 3.1, 95 en 98 lijn maar volledig opnieuw opgezet.
Het heeft de volgende eigenschappen:
- Het is volledig 32 bits.
- Het is multitasking met verschillende priority levels voor processen.
- Het is multithreading.
- Het is geintegreerd met een grafische user interface.
- Het kent uitgebreide protectiemogelijkheden voor bestanden, zowel lokaal als via het netwerk.
- Het systeem is modulair opgezet.
- Het kan meer gebruikers onderscheiden en per gebruiker de toegang
regelen voor bestanden en andere systeembronnen.
- Bij gebruik van NTFS zijn er uitgebreide permissiemogelijkheden voor bestanden en mappen mogelijk. Ook ondersteunt NTFS grotere partities dan bijvoorbeeld FAT.
- Windows CE ondersteunt meer CPU-architecturen en is voor systemen met een meer beperkt geheugen geschikt. XP-embedded is speciaal voor embedded systemen die
hardware toepassen die zeer veel lijkt op een standaard Intel PC.
- Unix is een multitasking multiuser operating system dat op veel platforms en
in veel varianten beschikbaar is. De grafische interface is gescheiden van het OS. Meestal wordt hier het X-window system toegepast. Unix kent uitgebreide
ondersteuning van netwerken gebaseerd op TCP/IP.
- Het X-Window systeem is een grafische user interface die in principe
platform onafhankelijk is, maar vooral in de unixwerld toegepast wordt.
Bij dit systeem is een duidelijke scheiding aangebracht tussen de grafische
weergave software en de applicatie die van de grafische weergave gebruik maakt.
De applicatie heet de X-client de weergave software heet X-server.
Een X-server kan op een ander systeem draaien dan de applicatie.
Een stand-alone X-server noemt men ook wel een X-terminal.
- Clusters worden ingezet voor twee doelen: ofwel hoge performance, ofwel
hoge beschikbaarheid.
- Onder webservices verstaat men applicaties die via het internet protocol,
met namelijk HTTP,
toegankelijk zijn en allerlei taken kunnen uitvoeren voor een client applicatie.
- .NET is gebaseerd op de volgende standaarden: XML, HTTP, SOAP, UDDI en
WSDL. Daarnaast speelt CLR en belangrijke rol.
- Zowel .Net als Java zijn bedoeld als platform onafhankelijke oplossingen.
.Net ondersteund een heel scala aan programmeertalen. Het java platform is
gebaseerd op Java.